Een van de leukste dingen aan ober of serveerster zijn, is het serveren van gerechten. Je krijgt alle verschillende gerechten te zien die de keuken heeft gemaakt en je mag kiezen welke je als eerste wilt serveren. Het is altijd leuk om de reactie van de klant te zien als je hem zijn eten brengt.
We geven je enkele tips over het serveren van gerechten, zodat je de beste ober of serveerster kunt zijn.
Voordat je het gerecht op het bord gaat opmaken, is het belangrijk om niet beschadigd serviesgoed te pakken. Daarnaast is het ook belangrijk dat het bord bij de uitstraling van het gerecht past, zodat het ook een geheel wordt. Dit geldt ook voor de grootte van het bord. Je moet niet een te klein bord pakken waar het gerecht net op past of andersom.
Bij een culinair gerecht worden warme gerechten doorgaans opgediend met een warm bord. Zodat het gerecht langer warmer blijft voor de gasten. Borden warm maken kan gedaan worden met een oven, rechaud of een pan met kokend water. Mocht je een koud gerecht opdienen, dan kun je gebruik maken van een laagje geschaafd ijs om het gerecht gekoeld te houden.
Voordat je de borden serveert moet je de randen van de borden even schoonmaken (mocht daar wat saus of voedsel opzitten) met keukenrol.
Als je een gerecht serveert, zorg er dan altijd voor dat je het goed vasthoudt. Dit betekent dat je de plaat stevig vast moet houden en niet aan de rand mag vasthouden. Als je niet zeker weet hoe je een bord moet vasthouden, vraag dan je manager of een andere ober of serveerster om hulp.
Loop altijd met het bord voor je uit en keer de klant nooit de rug toe. Dit is zodat je ervoor kunt zorgen dat de klant zijn eten kan zien en zodat ze weten dat je het naar hen brengt.
Leg het bord voor de klant neer en stap dan naar achteren. Op deze manier kan de klant naar zijn eten reiken zonder dat hij zich zorgen hoeft te maken dat jij in de weg staat.
Als de klant iets vraagt, zoals zout of peper, zorg er dan voor dat je het meteen voor hem krijgt. Het laatste dat je wilt, is dat de klant wacht tot je hem krijgt wat hij nodig heeft.
Zeg altijd "alsjeblieft" en "dankjewel" als je de klant bedient. Dit laat zien dat je beleefd bent en dat je hun zaken op prijs stelt.
Door deze tips te volgen, wordt je de best mogelijke ober of serveerster. Als je de klanten goed bedient, komen ze zeker nog een keer terug om te eten in het restaurant.